
Canadese tanks in centrum Voorthuizen, ter hoogte van de Kerkstraat
Operation Cleanser
De IJssel en de Neder-Rijn vormen de verdedigingslinie voor de Duitse eenheden die het westen van Nederland bezetten. Als op 14 april de 1ste Canadese infanteriedivisie de buitenwijken van Apeldoorn nadert en de 49ste divisie Arnhem verovert, wordt Operatie Cleanser afgekondigd.
Operatie Cleanser betekent de aanval richting het IJsselmeer. De operatie bestaat uit vijf fases:
Fase 1: De verovering van de hoger gelegen gebieden bij Terlet;
Fase 2: De verovering van Otterlo;
Fase 3: De verovering van Barneveld;
Fase 4: Het afsnijden van de weg Terschuur – Voorthuizen ten westen van Voorthuizen;
Fase 5: De verovering van Nijkerk en het bereiken van het IJsselmeer.
Het hoofddoel van de operatie is het afsnijden van de Duitse legereenheden ten westen van de rivier de IJssel die zich willen hergroeperen achter de Grebbelinie. Tijdens de gehele operatie hebben de Duitsers nooit door gehad dat het de 5de Canadese tankdivisie is die hun zuidelijke flank aanvalt. Als de Canadezen eenmaal de rivieren zijn overgestoken, hebben de Duitse troepen drie mogelijke vluchtwegen om zich achter de Grebbelinie terug te trekken:
1: een noordelijke route via het IJsselmeer en dan per boot naar Amsterdam;
2: een centrale route van Apeldoorn naar Amersfoort langs Voorthuizen (dat op een knooppunt van wegen ligt);
3: een zuidelijke route via Otterlo en Ede. De inschatting is dat zo’n 20.000 tot 30.000 vijandelijke manschappen zich in het gebied bevinden. De gehele operatie moet worden voltooid in vier dagen en gaat van start op zaterdag 14 april om 15.00 uur.
Vertrekpunt voor de British Columbia Dragoons, het B-Squadron met Leo, is Arnhem, Valkenhuizen. Tijdens fase 1 moet Leo’s B-Squadron het hoger gelegen gebied ten westen van Terlet veroveren. Als het doel is bereikt zal het B-Squadron in reserve worden gehouden voor fase 2.
Om 06.30 uur op zondag 15 april start Operatie Cleanser voor het B-Squadron. Volgens order wordt de opmars richting Terlet gestart. De aanval begint door dicht beboste zandheuvels voordat open terrein wordt bereikt. Om 08.45 uur bereikt het B-Squadron zijn doel en wordt om 10.00 uur afgelost. Het B-Squadron trekt zich terug bij Terlet. Om 18.00 uur verplaatst het B-Squadron zich naar Deelen om de 8th New Brunswick Hussars af te lossen. Om 22.00 uur ontvangen de British Columbia Dragoons orders om zich voor te bereiden op de aanval noordwaarts richting Voorthuizen om daar de rijksweg af te snijden.
Om 01.30 uur op maandag 16 april 1945 wordt een warme maaltijd uitgedeeld. Ontbijt wordt uitgedeeld om 05.00 uur. Orders luiden: als Barneveld is veroverd door de Lord Strathcona’s Horse is het de taak van de British Columbia Dragoons om door te stoten naar Voorthuizen. In Voorthuizen zijn de 361e Volks Grenadier Division en de 6e Fallschirm- jäger Division, één van de laatste elitetroepen, gelegerd.
Eerst willen de British Columbia Dragoons Otterlo veroveren en Otterlo als uitvalbasis gebruiken richting het IJsselmeer. Om 12.00 uur vertrekken de British Columbia Dragoons richting Otterlo maar hun opmars wordt vertraagd door het vele verkeer. Om 13.15 uur ontvangen de British Columbia Dragoons nieuwe orders:
vijandelijke troepen houden stand bij Barneveld. Ten noorden van Otterlo zouden 600 tot 2000 vijandelijke troepen zich in de bossen bevinden. Verkenningstroepen zullen de route verkennen tot aan Kootwijkerbroek. De verkenningstroepen zullen vervolgens het B-Squadron (met Leo) instructies geven om Kootwijkerbroek, Garderbroek en de spoorbaan Amersfoort – Apeldoorn bij het Aanschotergat te veroveren. Eenmaal bij de spoorbaan zal men staand houden tot de order worden gegeven om Voorthuizen in te nemen. Zodra het C-Squadron de weg ten noorden van Voorthuizen heeft ingenomen, zal het B-Squadron de rijksweg ten oosten van Voorthuizen innemen. Om 16.15 uur verovert het B-Squadron Garderbroek en ontvangt het orders om door te stomen naar de spoorbaan bij het Aanschotergat. Om ongeveer 18.30 uur ontvangt het B-Squadron vijandelijke tegenstand als ze de spoorbaan naderen. Om 19.35 uur steekt het B-Squadron de spoorbaan over en gaat verder aan de oostkant van Voorthuizen. Om 20.15 uur bereikt het B-Squadron zijn doel en verzamelt zich in de omgeving nadat eerst de bosrijke omgeving wordt veroverd op vijandelijke troepen. Om 23.00 uur wordt een warme maaltijd uitgedeeld aan de manschappen. Op 17 april 1945, om 00.30 uur, krijgt het B-Squadron te maken met een tegenaanval. Ongeveer 50 vijandelijke manschappen doen een tegenaanval. De aanval wordt afgeslagen en om 02.30 uur is het weer rustig. Een tweede tegenaanval begint om ongeveer 05.37 uur. Fallschirmjäger van de 6de SS Divisie, in de leeftijd van 13 tot 16 jaar die zich aan het terugtrekken zijn uit de richting Apeldoorn, weten onder dekking van grondmist het kamp van het B-Squadron binnen te dringen. Bij de tegenaanval worden granaten en bazooka’s gebruikt. Het B-Squadron weet de aanval af te slaan en maakt 150 tot 200 krijgsgevangenen. Lieutenant Hurst ontvangt hiervoor het Military Cross voor het afslaan van de tegenaanval met behulp van vlammenwerpers.