• Voorwoord
    Burgemeester J.A.M.L. Houben

    Burgemeester Houben


    Jubileumkrant 100 jaar vrijwillige brandweer Voorthuizen.

    Een jubileum is meestal een mooie gelegenheid om eens in de archieven te duiken. Uit die archieven blijkt dat op 10 maart 1911 de voorzitter de ledenvergadering van de Voorthuizer Vrijwillige Brandweer opent met de woorden “dat deze vereniging een vreedzaam doel beoogd, namelijk brand te blussen.” Dat moet toch een geruststellende gedachte zijn geweest dat in dat jaar 1911 Voorthuizen een vereniging rijker was die ook nog eens vredelievend te werk beloofd te gaan. Weliswaar met middelen die wel wat eenvoudiger waren dan de middelen van nu, getuige de notulen van de bestuursvergadering van 4 maart 1913: “Verder werd besloten een fluitje te koopen voor den Opper-brandmeester om bij oefening en brand te worden gebruikt en wel: spuiten 1 x fluiten, ophouden 2x fluiten.” Maar zo goed en zo kwaad als het gaat, redt men zich er mee en dat zal best wel eens behelpen zijn geweest. Uitruktijden bijvoorbeeld lagen op een wat ander niveau dan nu, getuige het jaarverslag over 1938: “Op 31 mei was bij de heer H. Verhoef Noordersingel kippenhok brand, de spuit is hiervoor uitgerukt, doch behoefde geen dienst te doen, daar het hok reeds geheel verbrand was.” Er breken betere tijden aan maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Een oude, Canadese legertruck met daarop gemonteerd de watertank en motorspuit heeft nog wel tot wat beroering geleid maar geleidelijk aan werd het allemaal beter en is alles sinds vorig jaar weer prima gehuisvest. Honderd jaar, het is snel even gezegd, en dat kan alleen als de sfeer goed is. Om die te bevorderen werd en wordt ervan alles ondernomen. Het jaarverslag over 1956 vermeldt: “Onze uitgaansdag viel dit jaar op 11 juli en ‘s avonds belanden wij als altijd weer in Mokum.” Het duurde kennelijk lang voordat iedereen weer in de bus zat en de chauffeur had hem daarom goed zitten. Hij reed met een “reuze vaart” terug naar Voorthuizen, zo besluit het jaarverslag. Dat de chauffeur er die avond de pee in heeft gehad, heeft er niet toe geleid dat Voorthuizen zijn brandweer niet draagt. Die is van en voor de inwoners en de brandweervrijwilligers hebben allemaal een directe band met hun omgeving. Dankzij die directe band blijven de vrijwilligers de ruggengraat van onze brandweerorganisatie. Namens het gemeentebestuur feliciteer ik de afdeling Voorthuizen van harte met haar 100-jarig jubileum en wens haar nog vele goede jaren toe!

    Terug
  • Commandanten
    Vanaf de oprichting

    Dhr. J. Overeem blaast er aardig op los


    De Commandanten
    Vanaf de oprichting in 1911 zijn de volgende personen commandant van het Voorthuizense brandweerkorps geweest:
    1. J.H. Zandbergen
    2. A. van Heil
    3. G. van Effrink
    4. R. Schuur
    5. G. Wijnveen
    6. A.H. van Eede
    7. G. van de Kamp
    8. C. Vonhof
    9. G.H. van de Kamp
    10. R. van Dasselaar
    11. L. Brons
    12. L. Redert
    (huidig)

    Terug
  • Het Begin
    1911 - 2011

    Het begin

    Op 22 februari 1911 hield de heer J.H. Zandbergen tijdens de vergadering van de Vereniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer een lezing over het onderwerp “Het nut, het voordeel en de uitwerking van een vrijwillig brandweer”. Voor die tijd bestond er al wel een min of meer georganiseerde vorm van brandbestrijding, waarbij de mannen die waren vrijgesteld van militaire dienst zich moesten inzetten. Volgens de heer Zandbergen was er veel verloop onder dit personeel, zodat men niet echt vertrouwd raakte met het blusmateriaal en er telkens moeilijkheden ontstonden. In 1875 was de heer B. van Broekhuizen “brandspuit opzigter”. Voor dat werk ontving hij een jaarwedde van vijf gulden en vijftig cents. Deze spuit was gestald in een speciaal brandspuit huisje.


    De Handspuit


    1911-2011

    We schrijven 1911. Op dat moment kende Voorthuizen, net als in zoveel andere plaatsen in Nederland een plichtbrandweer. De Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer vond het op een gegeven moment tijd voor een vrijwillig brandweerkorps. De vereniging werd op 10 maart 1911 opgericht. En zoals de notulen vermeldden, was er veel animo. De heer J.H. Zandbergen werd voorzitter en tevens commandant. De vereniging nam 2 brandtonnen en een handspuit over van de gemeente Barneveld. Dit hele spul werd bediend door 48 pom- pers, met andere woorden het korps was in de beginfase twee keer zo groot als nu. Dit kwam door het feit dat de handspuit werd bediend door vier pompers, dit was zwaar werk, dus om het kwartier moest de ploeg worden afgelost. In 1916 werd een onderstel voor de handspuit aangeschaft zodat deze door een paard voortgetrokken kon worden. Deze combinatie stond gestald bij stalhouderij Woudenberg, ongeveer op de plaats waar nu chinees restaurant Mei Wah is gevestigd. Paniek in 1926. De Ganzebeek, die dwars door Voorthuizen stroomde, zou worden overkluisd. De brandweer stond op zijn achterste benen, want daarmee zou de watervoorziening verdwijnen. Dat leidde ertoe dat er in dat jaar in Voorthuizen heuse brandputten werden gemaakt. Vanaf april 1930 beschikte het korps over een langgewenste motorspuit. De oorlog brak aan. Omdat Voorthuizen aan de verbindingsweg tussen Amersfoort en Apeldoorn lag, lag het dorp stevig onder vuur. De bevolking moest worden geëvacueerd, maar 16 brandweerlieden mochten niet weg. Na één nacht bleek dat zij niets uit konden richten tegen het voortdurende geweld. Zij mochten ook vertrekken. De bevrijding betekende voor de brandweer handen vol werk. De Engelsen schoten nog even door en regelmatig stonden auto’s en treinen in de fik. Na de oorlog werd het materiaal verplaatst van de toren van de Nederlands hervormde kerk (waar het vanaf 1920 onder had gestaan) naar de schuur van Pol tegenover de passage. In 1951 werd het veertig jarig bestaan gevierd, het mooiste kado was een nieuwe brandweerkazerne, die tot op de dag van vandaag nog steeds gevestigd is op wheemstraat 10. In mei 1954 raakte de eerbiedwaardige oude brandspuit tijdens een oefening definitief defect. Gelukkig was er in de begroting van de gemeente Barneveld al een bedrag van 17.000 gulden gereserveerd voor de aan koop van een tankwagen voor Voorthuizen. Heel fijn, totdat bleek dat de tank en de motorspuit zouden worden gemonteerd op het chassis van een oude Canadese legertruck met vierwielaandrijving uit 1942. Het voertuig was weliswaar mechanisch gereviseerd maar kwam totaal niet overeen met de verwachtingen die de brandweermannen van Voorthuizen hadden en ze weigerden het “geschenk” te aanvaarden. Burgemeester Kuntze verklaarde dat bewust was gekozen voor een wagen met vierwiel aandrijving, omdat deze auto overal in de gemeente inzetbaar moest zijn. De ruzie liep zo hoog op dat het gemeentebestuur het kader (bestuur en bevelvoerders) ontsloeg, waardoor het dorp eigenlijk zonder brandweer zat. In maart 1955 werd besloten na bemiddeling door burgemeester Kuntze de wagen onder protest te aanvaarden om verdere narigheid te voorkomen. Vanaf dat moment is het koek en ei tussen de brandweer Voorthuizen en de gemeente. De overheid besefte dat korpsen alleen goed kunnen functioneren als ze goed zijn uitgerust. De taak van de brandweer is de laatste tientallen jaren flink uitgebreid met hulpverlening bij ongevallen, incidenten met chemische stoffen, automatische brandalarmen (negen van de tien keer loos- alarm) en assistentie verlening bij pelotons inzetten bij grote bossen heidebranden zoals laatst in Schoorl en Enschede. Sinds begin 2010 huist het korps in zijn nieuwe kazerne. Tijdens de bouw in 2009 was zij tijdelijk gehuisvest in een schuur bij van de Bor aan de Noordersingel.


    Brandbestrijding in vroeger tijd

    Over de brandbestrijding in de periode voorafgaande aan de oprichting van het korps in 1911 is over het dorp Voorthuizen vrijwel niets bekend, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Barneveld. Dat heeft wellicht veel, zo niet alles te maken dat er in Voorthuizen aanvankelijk amper sprake was van aaneengesloten bebouwing. Natuurlijk brandden er wel eens boerderijen af en later woonhuizen, sloeg de bliksem in op de kerktoren of de molen en ging er een bosperceel of heideveld in vlammen op. Werd zo’n brand door de bewoners van het dorp als bedreigend ervaren, dan kwamen ze vanzelf in actie bij wijze van burenhulp. We nemen aan dat door het luiden van de brandklok in de kerktoren de burgers gewaarschuwd werden en heel misschien speelden ook de hooiers in de alarmering een rol. Eigenlijk was zo’n functionaris een ‘bode’, die, aangesteld door de ambtsjonkers, tot taak had de inwoners op te roepen tot het verrichten van gemeenschapstaken zoals het herstel van wegen.In het gunstigste geval spoedden de mannen en jongens uit het dorp zich vervolgens naar de plek des onheils. Spontaan gaf men emmers met water door, sloegen met takken en wat niet al, vlammen uit en probeerden zo de brand te blussen. Maar al te vaak stonden ze vrijwel hulpeloos tegenover de vlammenzee en brandde het pand tot aan de grond toe af. Dan hielp men het getroffen gezin zo goed als mogelijk bij de herbouw en in sommige gevallen kreeg de bewoner van de Barneveldse ambtsjonkers toestemming om te gaan collecteren. Kortom: bij de brandbestrijding was er sprake van ‘ad hoe’ optreden van de bevolking en, buiten het dorp Barneveld zelf, was er dan ook zo goed als niets geregeld.


    Het rampjaar 1737

    In de resolutieboeken van de Barneveldse ambtsjonkers over de jaren 1649-1795 en die van het ambtsbestuur over de periode 1795-1811, is dan ook vrijwel niets over branden in het dorp Voorthuizen en de directe omgeving te vinden. ‘Vrijwel’ houdt natuurlijk in dat je hier en daar tussen de regels door wel iets over een brand in het dorp leest. Zo werd 1737 voor twee kerken in het ambt bijna een rampjaar. Op dezelfde dag - daar gaan we tenminste maar van uit - werden zowel de toren van de kerk in Voorthuizen als die in Barneveld door de bliksem getroffen. In het vijfde deel van de serie “Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen” (Franeker, 2006) staat over 1737 te lezen dat op zondag 3 februari rond Zwolle en op 17 februari in Arnhem zware onweersbuien overtrokken. In beide plaatsen werden de kerktorens door de bliksem getroffen. Op een van deze twee data moet het dus ook in Barneveld en Voorthuizen raak zijn geweest. Op 6 september van dat jaar kregen 'Lijmen Hermsen en Hendrik Haxbergen elk een zilveren ducaton “wegens hun moedig gedrag tijdens de brand in de toren van Voorthuizen in de afgelopen winter”. Zo’n zilveren ducaton, ook wel ‘zilveren rijder’ genoemd, had een waarde van 63 stuivers. Dat zegt ons nu natuurlijk niks want we weten niet watje daarvoor kon destijds kopen. Vaak probeert men de broodprijs uit die tijd te achterhalen waaruit je dan vervolgens voorzichtig kan afleiden wat die twee ‘helden’ er wel niet voor konden kopen.


    Boerderijbranden

    Het duurt dan weer tot 1798 en 1799 alvorens we weer wat over Voorthuizense branden te weten komen. In beide gevallen betreft het kleine boerderijen buiten het dorp. Op 2 juli 1798 besluit het Barneveldse ambtsbestuur om Evert Boerser», bewoner van het “Smokhuisje” aan de Schuurdersteeg (thans Rijksweg) toestemming te verlenen om gedurende acht dagen te collecteren wegens het afbranden van zijn huis. Anderhalf jaar later, op 31 december 1799, krijgt Jan Jansen toestemming om het aandeel van zijn kinderen in het afgebrande “Fluijthuijsje” onder Voorthuizen te verkopen met de verplichting naderhand het bewijs te leveren dat het daarmee verdiende geld goed is belegd. Tot zover alles wat er in het Barneveldse gemeentearchief over de periode 1649-1811 te vinden was. Over sommige branden uit die periode hebben we elders gegevens kunnen vinden. Zo bestaan er schaderapporten opgemaakt na het doortrekken van voor de Fransen op de vlucht geslagen Engelse troepen in januari 1795. Die staken toen de herberg van Roelof Ansen -nu huize “Zandbergen” aan de Apeldoornsestraat in brand: scha de f. 11.000,-; - voor die tijd een enorm bedrag. Ongetwijfeld zal er in het 19e eeuwse archief van de gemeente hier en daar wel wat over brandbestrijding in Voorthuizen te vinden zijn maar dat kost tijd, veel tijd. Eerst vanaf 1871 verschijnt de Barneveldsche Courant en natuurlijk worden daarin ook de branden in Voorthuizen vermeld. Helaas zijn niet alle jaargangen bewaard gebleven maar desondanks hebben we even een klein onderzoekje ingesteld.


    De brand bij Bouw

    Een van de bekendste branden was die in het logement van G. Bouw, later beter bekend als “De Vergulde Wagen”, die woedde in de nacht van 15 op 16 oktober 1877. Daar zou het niet bij blijven want twintig jaar later, op 18 augustus 1897 ging ook de schuur van de bekende uitspanning in vlammen op. In juli 1880 luidde de brandklok voor een blikseminslag in de molen die toen werd geëxploiteerd door de weduwe Altena en vijfjaar later, op 18 april 1885 kraaide de rode haan op de heide bij het station Barneveld-Voorthuizen. Bewijzen ervoor hebben we niet maar het zou natuurlijk een vonk uit een locomotief geweest kunnen zijn of een vastgelopen rem. In 1886 kreeg de al eerder genoemde weduwe Altena het opnieuw voor haar kiezen; nu stond haar boerderij in brand. Een zelfde lot trof E. van Beek op 9 maart 1886 toen de boerderij “De Kleine Biezen’ in de buurtschap Harselaar in vlammen opging. Een zelfde lot trof de boerderij “De Horst”, van de weduwe Van den Broek op 20 februari 1896 en J. van de Pol, van boerderij “De Els” op 29 juni 1900. Bijzonder was het brandje waar de Voorthuizense wethouder Van Sprielt op 21 maart 1887 mee te maken kreeg. Die brak namelijk uit in zijn rijtuig. Gezien het jaargetijde zal onvoorzichtigheid met een met hete kooltjes gevulde voetstoof wel eens de oorzaak geweest kunnen zijn. In de maand juni van het jaar 1908 brandde het pand van H. van Essen in het dorp vrijwel tot de grond toe af en het is mogelijk dat die gebeurtenis de opmaat tot de oprichting van het brandweerkorps geweest is. Weliswaar kon men vanaf 1910 een beroep op het Barneveldse korps doen maar de inzet daarvan liet, gelet op de afstand tussen de beide dorpen, vaak veel te lang op zich wachten. De eerste forse brand waarmee het Voorthuizense brandweerkorps te maken kreeg was die in het huis “De Posthoorn” van oud-politie-inspecteur T. Doornbos. De nieuwbakken brandweerlieden hadden het handwerk nog niet helemaal onder de knie; het optrekje van Doornbos brandde tot aan de grond toe af.

    Terug
  • Feestlied 1911 - 1936
    Zilveren Jubileum

    Aangeboden aan de vrijwillige brandweer te Voorthuizen
    ter gelegenheid van haar Zilveren Jubileum


    Feestlied

    Jongens, wat een tijd is het nu al geleên, Dat de Brandweer begon te spuiten! ‘t Is reeds vijf en twintig jaar naar ik meen, Thans willen zij hun vreugde uiten. Wat een pech (bis) Hadden zij soms op hun weg, 't Was met de oude spuit, 't Beestje kon niet meer vooruit. Er kwam ook haast geen water uit. Als vroeger een brandje moest worden gebluscht, Spoedden allen zich naar den Toren, Het spuitje werd dan vaardig uitgerust, Men kon de brandklok hooren Wat een koor (bis) De brandweer moest er voor, Midden in de Boerkoolstraat Was men al ten einde raad. En dan kwam van Woudenberg met zijn paard, (bis) Bij de oude spuit heeft ook nog best Een prachtige aanhangwagen, Die was met gereedschap en zeilen belaan, En emmers om 't water te dragen. Bovendien (bis) Sprongen al de Brandweerlien, Op ‘t karretje het was klein. Maar men moest bij 't brande zijn. Al was t soms in de maneschijn, (bis) Zoo was op een avond een zeer groote brand Bij Heer Pouw op Enny s-hoeve. De wagen rolde van kant tot kant. En doorstond zeer zware proeven. Wat een strop (bis) Hij ging bijna over de kop. Een fiets van een veteraan. Moest het hierbij weer ontgaan, Men was ook met de man begaan, (bis) Wij werden met paarden naar d’ hoofdweg gebracht, Al in het nachtelijk duister, 't Was een schitterende sterrenpracht. Verder hoorde r^en alom gefluister. Op de weg (bis) Stond een automan met pech. Die sprak: heb ik 't nou mis, ‘k Meen dat ik mij niet vergis. Daar komt een boere begrafenis, (bis) Doch de oude heeft nu reeds lang afgedaan. Van de nieuwe zal ’k iets laten hooren. Een prachtding om daarmee op stap te gaan, Hij spuit nog hooger dan de Toren. Nu is 't fijn (bis) Om Brandweerman te zijn, Dank zij de B. en W., Kregen wij een flinke mee. Wij zijn er heel goed mee te vree, (bis) Het is zeer opvallend maar het is toch een feit, Hoe het spuiten ons kan bekoren. En dat wij sinds haar aanwezigheid. Bijna nooit meer van branden hooren. Men steekt niet aan.... Neen ‘t branden is gedaan. Want komt de nieuwe spuit, Dan is t brandje spoedig uit, En de Verzekering betaalt geen duit. (bis) Wij willen Commissie en Burgerij Voor hun moeite en gaven bedanken. Met die uitrusting zijn wij allen heel blij, Hiervan hoorde men goede klanken. Zoo’n Jas (bis) Komt ons altijd goed te pas, Bij koude of nat weer. Merken wij dit telkens weer. Het is van t allerbeste leer, (bis) ‘t Duurde vast te lang, als we over zoo n tijd, In de puntjes U alles melden, Van hun lief en hun leed, van hun vreugde en strijd, Weest tevreê vast met wat we vertelden. Hoog het glas (bis) Op onze nieuwe Jas, Zoo gaan wij steeds vooruit. Met onze nieuwe spuit, En maken alle branden uit. (bis)



    Terug

Stacks Image 1636

thex Created with Sketch.

Stacks Image 1656

thex Created with Sketch.
  • Voorwoord
    Commandant Leendert Redert

    Op11 augustus 1744, ruim zeven jaar na de blikseminslag in de toren, maakte de bekende kunstenaar Jan de Beijer deze tekening van de kerk in Voorthuizen,


    Geachte lezer,

    Met gepaste trots presesnteren wij u de speciale jubileumuitgave ter ere van het 100 jarig bestaan van Brandweer Voorthuizen. In deze uitgave kunt u lezen over de ontwikkelingen van de brandweer in de afgelopen 100 jaar. Ter gelegenheid van deze bijzondere “verjaardag” hebben wij verspreid over dit jaar een aantal activiteiten gepland. Zo hebben wij op 11 maart de officiële openingsreceptie gehouden waarbij er toespraken zijn gehouden door Burgemeester Houben, Dhr. Donders van Brandweer Barneveld, en door erelid Dhr. De Nooij. Tevens is op deze bijzondere avond het nieuwe commando aangesteld, ondergetekende als postcommandant en Gerard Liefting als ondercommandant. Op 30 april hebben wij ‘s avonds met de optocht meegereden met het oude waters- puitje getrokken door een paard, gevolgd door de pas gerestaureerde LandRover en de huidige tankauto. De brandweermannen waren voor deze gelegenheid gekleed in de stijl van 1911. In mei en juni zijn alle Voorthuizense basisscholen bezocht waarbij alle kinderen uitleg over de brandweer en de tankautospuit hebben gekregen. Er waren voor de kinderen ook activiteiten te doen zoals waterspellen en met de hydraulische schaar een fiets doorknippen. Alle kinderen hebben een pet als aandenken gekregen. Graag maak ik u attent op de open dag welke voor 25 juni a.s. gepland staat. Verderop in deze uitgave staat meer informatie hierover. Wij hopen u daar te ontmoeten. Op 10 september worden de landelijke finale van de brandweerwedstrijden in Voorthuizen gehouden. De exacte locatie waar dit gehouden wordt houden wij nog even geheim. 17 september is er de Floralia optocht waaraan de brandweer ook meedoet. U begrijpt al dat het een drukjaar voor ons is. Al deze activiteiten waren niet mogelijk geweest als wij niet de geweldige hulp van onze sponsoren hadden. Hierbij wil ik dan ook iedereen hartelijk bedanken die op wat voor manier dan ook een bijdrage levert aan ons jubileumjaar. Ook de korpsleden, ereleden en de partners wil ik hartelijk bedanken voor alle tijd en energie welke jullie in de activiteiten en de voorbereiding gestoken hebben. Een hartelijke groet namens alle leden van de Vrijwillige Brandweer Voorthuizen.

    Terug
  • Geschiedenis
    in "vogelvlucht"

    Vanaf 14 april 1930 beschikte het korps over een motorspuit


    Eerste bestuur

    Ruim 14 dagen later bleek dat zijn pleidooi gehoor had gevonden want op 10 maart vond de oprichtingsvergadering van de “Voorthuizer Vrijwillige Brandweer” plaats ten huize van de heer C. Versteeg. Het eerste bestuur bestond uit de heren J.H. Zandbergen, voorzitter en opper brandmeester, D. van Voorst, onder voorzitter en adjunct-opper-brandmeester, C. Versteeg, secretaris en brandmeester, G. van Effrink, penningmeester en brandmeester, en G. Wijnveen, commissaris. Als opzichter van de zeilen en de ladders werd benoemd A.H. van Eede en als zijn adjunct R. Schuur. Ook werd nog een brandpiket wacht ingesteld, bestaand uit mannen, gewapend met stokken met een punt. Die moesten ze gebruiken om in geval van brand het betreffende perceel af te zetten voor het nieuwsgierige publiek. Het bestuur ging ijverig aan het werk. De bestaande blusmiddelen werden geïnventariseerd. Er werden 40 brandweerlieden en 60 pompers aangesteld. De laatsten moesten bij toerbuurt de handpomp bedienen.


    Eerste oefening en financiën

    De heer W. van ‘t Ooster werd tegen een beloning van f 10,- per jaar tot bode benoemd. Wat zijn taak was, is niet helemaal duidelijk. Er werden twee stormladders aangekocht, alsmede een brandboom, daar het luiden van de kerkklok soms verwarrend werkte. Degene die het eerste een brand meldde met de hoorn, kreeg f 1,- beloning. De eerste oefening op 30 augustus 1911 moet uitnemend zijn geslaagd. Om het spuiten effectiever te laten verlopen kreeg de opper brandmeester een fluitje. Eén keer fluiten betekende spuiten, twee keer blazen ophouden.


    Moeilijkheden

    Moeilijkheden In 1915 hing het bestaan van de brandweer aan een zijden draad. Doordat diverse leden bedankten en andere hun boeten voor het niet verschijnen op de plaats van de brand niet betaalden, werd het moeilijk om verder te werken. Eind van het jaar bleek de situatie gered. Ook ging men over tot verwijderen van de brandtonnen die in het dorp stonden en tot de aanbesteding van een nieuwe wagen om de spuit te vervoeren. In 1924 begon de handspuit tekenen van ouderdom te vertonen, maar het bleek financieel niet mogelijk een motorspuit met sproeiwagen aan te schaften, zodat men nog maar doortobde met de oude spuit. Op de bestuursvergadering van 11 november 1927 werd besloten om na 1 januari 1928 niet meer uit te rukken met het oude apparaat. Meerdere verzoeken aan burgemeester en wethouders om een nieuwe spuit werden afgewezen, totdat Voorthuizen op 14 april 1930 een nieuwe motorspuit kreeg. Ik neem aan dat er in die ruim twee jaar in het dorp en omgeving geen brand is geweest of geblust. Met medewerking van muziekkorps “Crescendo” werd op 3 mei de eerste oefening met het nieuwe blusmiddel gehouden. De eerste chauffeurs waren C. Schuur en Klaas Visser.


    Bosbrandweer

    In de zomer van 1929 ontstond een grote bosbrand in het Loobos bij Kootwijk. Ruim 385 hectare bos ging verloren. Ook Voorthuizen zou in een vergelijkbaar geval gevaar kunnen lopen. Burgemeester Westrik, ook natuurliefhebber en inwoner van Voorthuizen, nam toen het initiatief om ter plaatse te komen tot een bosbrandweerkorps. Op 14 maart 1930 was de oprichting een feit. De heren G. Wijnveen en H. Docter werden de leiders van 25 brandweermannen met het benodigde materiaal. Op 21 oktober van dat jaar kregen de ‘gewone’ brandweerlieden nieuwe petten.


    Diner en feestavond in de Vergulde Wagen, Zilveren Jubileum 1936


    Jubileum

    Ter gelegenheid van het zilveren jubileum van het korps werden door de burgerij twaalf brandweerjassen aangeboden. Er werden een receptie en een feestavond belegd, voorafgegaan door een demonstratie met een oude en nieuwe spuit bij het Molenveen. Negen brandweerlieden kregen uit handen van burgemeester Westrik en oud-burgemeester A.W.J.J. baron van Nagell een medaille wegens 25 jaar trouwe dienst. Dat waren G. Wijnveen, C. van Niekerken, A.H. van Eede, G. van Eede, H. van Elfrink, J. van Eede, T. van de Vis, G. Kraai en W. Woudenberg.


    Presentielijst, bij binnenkomst handtekening zetten.


    Oorlog

    Het oude handspuitje werd in maart 1943 overgebracht naar het Barneveldse museum “Nairac” . Op 17 april 1945 kwam Voorthuizen in het frontgebied te liggen en de Kerkstraat en de Prinsenkamp werden zwaar beschoten, waardoor er tientallen branden uitbraken, die onder die omstandigheden moeilijk konden worden geblust.


    Nieuwe kazerne

    Tot 1951 werden de brandweerwagens en ander blusmateriaal gestald in schuren die daarvoor niet waren bedoeld. In januari van dat jaar werd begonnen met de bouw van een garage op de Wheem. Het gebouw kreeg een oppervlakte van 10 bij 14 meter en er verrees een slangentoren van 12 meter hoog. De kazerne is in de loop van de jaren diverse keren verbouwd en uitgebreid, maar voldeed op den duur niet meer aan de eisen, zodat werd besloten tot nieuwbouw op dezelfde plek. In 2009 was het korps daardoor tijdelijk gehuisvest in een schuur aan de Noordersingel.


    Crisis

    In mei 1954 raakte de eerbiedwaardig oude brandspuit tijdens een oefening definitief defect. Gelukkig was er in de begroting van de gemeente Barneveld al een bedrag van f 17.000,- gereserveerd voor de aankoop van een tankwagen voor Voorthuizen. Heel fijn, totdat bleek dat de tank en de motorspuit zouden worden gemonteerd op een oude Canadees legertruck met vierwielaandrijving. Het voertuig was weliswaar motorisch en mechanisch gereviseerd maar kwam totaal niet overeen met de verwachtingen die de brandweermannen van Voorthuizen hadden, en ze weigerden het ‘geschenk’ te aanvaarden. Er werd zelfs voorgesteld om de oude brandspuit uit het museum terug te vragen. In de gemeenteraadsvergadering van 10 december 1954 verklaarde burgemeester Kuntze dat bewust was gekozen voor een auto met vierwiel- aandrijving, omdat deze overal in de gemeente inzetbaar moest zijn. De ruzie liep zo hoog op dat het gemeentebestuur het kader ontsloeg, waardoor het dorp eigenlijk zonder brandweer zat. In maart 1955 werd besloten de wagen, onder protest, te aanvaarden om verdere narigheid te voorkomen.

    Terug
  • Brandweer
    op school!

    Brandweer op school!


    Brandweer op school!

    ,Juf ik wil graag brandweer worden’, zegt een vijfjarige met een grote glinstering in zijn ogen. Hoeveel jongens zijn hem niet voorgegaan. Het vuur, de waterslangen, de spanning. Vele heldhaftige verhalen zijn uitgespeeld van het redden van een hulpeloos katje uit de boom tot het bestrijden van het grootste vuur. En dan, op een zonnige dag in mei, loop je samen met je klasgenoten naar een veldje aan de Frans Halsstraat. Zodra je de bocht omgaat zie je daar de grote blinkende wagen staan. Rood met brandweerslangen. Levensgroot en levensecht. Wanneer je dichterbij komt zie je ook nog eens een stuk of vijf grote brandweermannen staan in pak! Vol bewondering luister je naar naar de brandweerman die je alle informatie verteld over de brandweerauto. Dan mag je ook nog een fiets in stukjes knippen en spuiten met een echte slang. U kunt u voorstellen dat er een heleboel jongetjes, en natuurlijk ook meisjes, één van hun mooiste momenten van die dag beleefden.

    De Brandweer gaf ons een hele leuke en leerzame demonstratie. Alle groepen van de Wheemschool mochten zo’n anderhalf uur doorbrengen met de brandweermannen. Om beurten mocht er met een grote tang een stukje van een fiets doorgeknipt worden. Kinderen van alle leeftijden knipten vol spanning en energie een stuk af. Daarnaast mocht er met behulp van een echte brandweerslang een bal door een buis omhoog gespoten worden. Het was verbazingwekkend om te zoenhoeveel talent de kinderen hadden om dit lekker vet te volbrengen terwijl het menig leerkracht moeite kostte. Uiteindelijk kreeg elk kind nog een sticker toe.

    Namens de Wheemschool: Brandweer Voorthuizen, bedankt voor deze ontzettend fijne daag. Menig leerling zal deze dag nog lang herinneren.

    Jacqueline Leeuwis - Wheemschool Voorthuizen

    Terug
  • Persoonsbewijs WOII
    Jan Jerphaas Verbrugh

    Zegel


    Persoonsbewijs Brandweer

    In de Tweede Wereldoorlog hadden brandweermensen een zegel in hun persoonsbewijs wat aangaf dat ze voor de brandweer werkte, en ze daarmee bepaalde vrijheden hadden.


    Terug

Stacks Image 1643

thex Created with Sketch.

Stacks Image 1663

thex Created with Sketch.

demonstratie met een oude en nieuwe spuit bij het Molenveen Zilveren Jubileum
demonstratie met een oude en nieuwe spuit bij het Molenveen Zilveren Jubileum
demonstratie met een oude en nieuwe spuit bij het Molenveen Zilveren Jubileum
demonstratie met een oude en nieuwe spuit bij het Molenveen Zilveren Jubileum
demonstratie met een oude en nieuwe spuit bij het Molenveen Zilveren Jubileum
demonstratie met een oude en nieuwe spuit bij het Molenveen Zilveren Jubileum
demonstratie met een oude en nieuwe spuit bij het Molenveen Zilveren Jubileum
demonstratie met een oude en nieuwe spuit bij het Molenveen Zilveren Jubileum
demonstratie met een oude en nieuwe spuit bij het Molenveen Zilveren Jubileum
demonstratie met een oude en nieuwe spuit bij het Molenveen Zilveren Jubileum
demonstratie met een oude en nieuwe spuit bij het Molenveen Zilveren Jubileum
demonstratie met een oude en nieuwe spuit bij het Molenveen Zilveren Jubileum
demonstratie met een oude en nieuwe spuit bij het Molenveen Zilveren Jubileum