Kinderen doen graag een boodschap voor moeder in de kruidenierszaak van Jan Gaasbeek. Ze hopen dat Gaasbeek dan zelf achter de toonbank staat want ze weten dat Jan steevast vraagt: 'Lust je een pepermuntje van Gaasbeek Jan?'. Als zijn vrouw Gerarda (Grada) Broekhuis hen helpt krijgen ze maar een half pepermuntje. Vele jaren later zal Gaasbeek bij oudere Voorthuizenaren nog altijd bekend staan als 'Jan Pepermunt'.
In 1904 adverteert Jan met 'Indianensiroop', wat aangeeft dat hij dan al een winkel in Voorthuizen heeft. Jan Gaasbeek is van alle markten thuis. Dat blijkt wel uit een advertentie uit 1926. Daarin biedt hij kruidenierswaren, tabak, manufacturen en bedden aan. Ook heeft hij nog een melksalon en een 'gezellig tehuis voor pensiongasten'. Daarnaast handelt hij in bouwterreinen en huizen. Zo is hij enige tijd eigenaar van huis De Kloek, het huis waar later dierenarts Blok in woonde en zelfs café Oldenkamp in Terschuur.
In 1934-1935 is hij raadslid voor de Antirevolutionaire Partij. In de serre van zijn huis houdt hij kantoor. Dikwijls is het zo druk dat zijn vrouw Grada hem daar zijn natje en droogje brengt. Later bouwt
een zwager van Jan Gaasbeek (mijnheer De Graaf uit Hilversum) op de plaats van de serre een fraaie villa. Grada wordt in de winkel bijgestaan door Riek Overeem, de latere vrouw van kapper Wim van de Beek. Op 18 juni 1931 wordt aan Jan een drankvergunning verleend op Hoofdstraat 23. Waarschijnlijk niet voor zijn melksalon maar om in de winkel wijn te mogen verkopen ... In de jaren 50 wordt de zaak overgenomen door G.J. Kleijer die op zijn beurt wordt opgevolgd door Aart van de Vis. De winkel is dan aangesloten bij de V.I.V.O.